• Zit je kind vaak met de mond open?
  • Zie je de tong van je kind vaak tussen de snijtanden zitten?
  • Doet je kind aan duimzuigen?
  • Zuigt je kind nog aan de fopspeen?
  • Kan je kind moeilijk “mooi eten”?
  • Lijkt je kind niet goed te slikken?
  • Heeft de orthodontist je doorverwezen om correct te leren slikken?

Duimzuigen, fopspeenzuigen en mondademen zijn afwijkende mondgewoonten die een negatieve invloed hebben op de tongligging, het slikken, het spreken en de tandenstand.

In de logopedie worden deze afwijkende mondgewoonten in samenspraak met de ouders en het kind stap voor stap afgeleerd. Wanneer ook het slikken en de uitspraak foutief verlopen, krijgt het kind hiervoor de juiste oefeningen aangeboden aan de hand van oromyofunctionele therapie (omft).

Er is steeds een samenwerking met de orthodontist omdat heel wat kinderen met afwijkende mondgewoonten ook een beugel moeten dragen.

Slikken